Man

Zwarte bladjager.
Ongeveer 11mm groot, vliegt van Mei t/m/September, vrij algemeen.
Habitat, opgeschoten gras- en kruidenvegetaties op. Vaak op wat vochtiger bodems.
Ze jagen, min of meer verticaal hangend, vanaf stengels en grassprieten.
KENMERKEN: Poten, borststuk en achterlijf zwart bij hoge uitzondering kunnen delen
van dijen en schenen bij vrouwtjes zeer donkerrood gekleurd zijn. Voorste deel vleugels verdonkerd; bij man vaak duidelijker dan bij vrouw.
Man; opvallend blauwe ogen en zwarte baard. Vrouw: baard geel. De soort ‘hangt’ meer dan ze zit.