In ons land komen nog drie andere slakken van de familie der barnsteenslakken (Succineidae) voor, die trouwens niet altijd even makkelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Barnsteenslakken zijn dragers van een larvestadium van de parasitaire worm Leucochloridium paradoxum die behoort tot de Trematoda, een klasse van veelvoorkomende parasitaire zuigwormen uit de stam van de platwormen.
Deze worm ontwikkelt knotsvormige uitsteeksels die meestal in de tentakels van de slak terechtkomen waardoor die sterk opzwellen en niet meer ingetrokken kunnen worden. De tentakels krijgen daardoor meestal ook een groen-witte kleur. Bovendien maken de uitsteeksels in de tentakels pulserende bewegingen waardoor de slak gemakkelijk opvalt. Omdat de tentakels nu goed lijken op een bewegende vliegenlarve of een rups valt de slak meestal snel ten prooi aan vogels, maar soms ook aan zoogdieren. Als die de slak opeten ontwikkelt de worm zich verder in hun darmstelsel en plant zich daar voort. Via hun uitwerpselen verspreiden de vogels en de dieren die als gastheer optreden de larven van de worm in de omgeving waardoor zo nog meer slakken geïnfecteerd raken. Als de slak niet opgegeten wordt, zwellen de uitsteeksels van de parasiet na enige tijd zodanig op dat de tentakels van de slak openbarsten. Ook daarbij komen dan nieuwe larven vrij die op zoek gaan naar een volgende gastheer. De worm gebruikt de barnsteenslak zo om zijn larven sneller en efficiënter bij andere gastheren, vooral vogels, te krijgen.
Gr. Jan
Lees meer
Reacties (5)
Gr.hennyP.