Slangsterren hebben over het algemeen vijf lange armslierten, die duidelijk van de centrale lichaamsschijf zijn afgegrensd, die hoogstens 10 cm in diameter wordt. De grootste soorten kunnen tot 60 cm lang worden. De armen van een slangster breken makkelijk af, maar groeien daarna ook weer aan. Met deze flexibele, 'armen' kunnen ze kruipen over de zeebodem. Slangsterren hebben niet de zuignapvoetjes die echte zeesterren hebben en kunnen veel sneller bewegen.
Ze verzamelen kleine voedseldeeltjes op de zeebodem door middel van kleverig slijm, dat zich bevindt tussen de stekels op hun armen.
Ze leven wereldwijd op de zeebodem, vaak in enorme aantallen.
Lees meer
Reacties (6)
Lieve groet, Marjon