De kleine naaldachtige bladeren zijn in de lente eerst heldergroen, worden dan zachtgroen, en in de herfst kleuren ze een fel oranje-geel. De vrouwelijke bloemen zijn schubbige rozetjes die verticaal aan de lange loten groeien. Eerst zijn ze groen, rood of paars van kleur; na bevruchting rijpen ze in ongeveer een halfjaar tot grauwbruine frommelige kegeltjes van 1-5 cm groot.
Lees meer
Reacties (2)