Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Dolf Jansen: Preek

  •  
03-02-2019
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
dolf_jansen
Precies een week geleden bevond ik mij in de kerk. En dat werd wel weer eens tijd ook. Ik zal u uitleggen waarom. Vroeger, ik praat nu van de jaren 70 van de vorige eeuw, kon ik nooit naar Vroege Vogels luisteren, omdat ik me, rond die vroege zondag-uren, in de kerk bevond. De Martelaren van Gorcum kerk, Linnaeushof, Amsterdam-Watergraafsmeer. Dat was niet echt onder dwang maar toch wel behoorlijk verplicht. Met consequenties als ik niet zou gaan. En omdat je het als opgroeiende jongen gewoon prettig vindt om elke dag een warme maaltijd te nuttigen en niet te vaak in het tuinhuisje te overnachten ging ik elke zondagochtend ter kerke. En luisterde naar de preek.
Herstel, luisterde niet naar de preek.
Ik luisterde eigenlijk nergens naar in die jaren, ik geloofde het wel. Maar toch, of juist daarom, was ik een week geleden in de Grote Kerk in Alkmaar. Pal tegenover theater de Vest, wat mijn normale Alkmaarsche habitat is. Ik heb gepreekt, lieve Vroege Vogelaar. Er waren drie redenen dat ik ja zei op het verzoek. De titel van de serie preken is Zin op Zondag, en de kans om duidelijk te maken dat ik eigenlijk elke dag zin heb, dus ook op zondag, liet ik me natuurlijk niet ontgaan. De onvolprezen Kift speelde een aantal nummers, en dat wil ik altijd meemaken. En het thema van de middag was duurzaamheid, waar mijn preek - natuurlijk, vanzelfsprekend, ik ben n prof – aan raakte, maar waar ook filosoof, schrijver en kunstenaar Eva Meijer over geïnterviewd zou worden. Ik zal hier geen poging doen alles wat ze zei, en waar ze ook al een aantal boeken aan wijdde, helemaal aan u over te brengen, maar een kern is wel dat wij, als mens, eigenlijk een soort plicht of toch op z’n minst verantwoordelijkheid hebben om de andere levende wezens, niet-menselijke dieren in haar woorden, behoorlijk te behandelen. Ik heb gemerkt: zo gauw het raakt aan dieren een stem geven, het oordeel en de wensen van dieren op een of andere manier mee laten wegen in wat wij doen, en welke beslissingen wij nemen, is cynisme in de reacties natuurlijk nooit ver weg. Oh ja, we moeten niet alleen een Partij voor de Dieren, varkens en koeien moeten zelf ook mee komen praten, nou, ik ben benieuwd…!
Meijer probeert duidelijk te maken dat we niet hoeven denken aan een parlement of regering waarin dieren een rol spelen, maar aan rekening houden met, aan je inleven in, aan empathie met al die miljarden niet-menselijke dieren. En voor de zekerheid: zij gebruikt die term om maar aan te geven dat wij, wij allemaal, Menno, alle luisteraars, alle niet-luisteraars, ja, zelfs uw columnist van dienst, natuurlijk ook gewoon dieren zijn. Menselijke dieren, die de macht hebben overgenomen en vaak denken dat dus alles is toegestaan.
Ik vind de gedachte fascinerend dat dieren, sorry, niet-menselijke dieren, invloed zouden hebben op hoe het op aarde toegaat. Hetgeen natuurlijk een hoop zou betekenen voor de agrarische sector, de visserij, de jacht en het circus, maar ook op zoveel andere plekken.
Ik raak in mijn columns wel eens aan de hoognodige verandering, in politiek, in samenleving, om economische groei niet meer als middel en ook niet als doel te zien. Omdat het bijna altijd zoveel onherstelbaar vernietigt. Dat is volgens mij de plek waar heel veel oplossingen liggen, voor klimaatverandering, plastic soepen, lucht- en waterproblemen, gezondheid, de lijst is eindeloos.
Als ik zie dat Rutte met een grote glimlach de hand schudt van de Braziliaanse president Bolsanaro, doet me dat op allerlei manieren pijn, maar is het ook de manier waarop politiek leiders met elkaar omgaan. Maar als Nederland een grote rol speelt in het vernietigen van stukken oerwoud om sojaplantages mogelijk te maken, is er echt meer aan de hand. En is dat volgens mij een van de vele vele momenten om duidelijk te maken dat we economische groei en winsten niet meer als leidend zien, kunnen zien. Omdat we eraan ten onder gaan, met wellicht net voor ons uitsterven een ruim saldo op de bank.
Afgelopen zondag preekte ik over het jongetje dat ik ooit was, de kerk waar ik zat, en het gevoel van hoop dat mij, en ons allen, zo vaak overeind houdt. Hoop op verandering, hoop op nieuwe inzichten, hoop op overleven. En, dat geef ik toe, ik zag ook de hoop bij de stampvolle kerk, hoop dat ik zou gaan afronden, want een preek is mooi, maar er zou nog meer muziek komen, en de soep pruttelde in grote pannen. Ik wenste de mensen daar, en u hier, dus een fijne zondag.

Meer over:

dolf jansen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.