Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Het succes van de stadsduif

  •  
15-11-2013
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
681 keer bekeken
  •  
De stadsduif, ook wel vliegende rat genoemd. De meeste mensen hebben er een grondige hekel aan. Duiven poepen alles onder, en ze zijn vooral ook met zovéél. Wat is het succes van de stadsduif?
De stadsduif stamt af van de rotsduif. Deze komt voor in bergachtige gebieden rond de Middellandse Zee, waar hij zijn nest bouwt in ondiepe rotsspleten. In Romeinse nederzettingen werden rotsduiven als huisdier gehouden, maar ze dienden ook ter consumptie; de vogels vlogen vrij rond en kregen er voedsel en nestgelegenheid. Deze duiven waren honkvast; toch zijn er exemplaren ontsnapt, verdwaald en de rest van Europa ingetrokken. En zo werd deze gedomesticeerde rotsduif een vaste bewoner van onze steden.    
Duivenmelk
Maar waarom is de stadsduif zo graag in de stad? De grote stenen gebouwen, met weinig bomen en groen lijken op de biotoop waar de duif vandaan komt, namelijk de rotsen aan de Middellandse Zee. In de stad heeft de duif weinig concurrentie en vijanden. Andere vogels hebben namelijk veel meer groen nodig om te overleven en hun kleintjes groot te brengen. Ze zijn afhankelijk van insecten voor hun eiwitten. De stadsduif niet, die heeft genoeg aan zaadjes, en aan het afval dat de mens achterlaat.  Dit kan hij namelijk in zijn krop omzetten in eiwitten, de zogenaamde duivenmelk. Beide ouders kunnen dat. En dankzij het aanmaken van deze eiwitten is er voldoende voedsel voor de jongen, en kan de stadsduif het hele jaar door broeden (hij heeft een zogeheten tropische broedcyclus), in de meest kale stukken stad. Stadsduiven zijn al na vijf maanden geslachtsrijp, zij kunnen dus in hetzelfde jaar als waarin ze geboren zijn, voor nakomelingen zorgen.
Stadsduiven kunnen makkelijk overleven in de stad en hebben een tropische broedcyclus. Het is dus allesbehalve gemakkelijk om van de stadsduif af te komen. Bovendien maakt de mens het hem ook niet moeilijk. Die laat volop afval achter, waar de duif goed van kan eten. Bovendien bouwt de mens de stad op manier dat de duif er graag is. Het Oostelijk Havengebied in Amsterdam is daar een goed voorbeeld van: weinig groen, veel ‘rotsachtige’ gebouwen, en aan het water…. nét zijn oorspronkelijke biotoop. De stadsduif heeft zijn succes dus eigenlijk mede aan de mens te danken.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.