Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Jelle Reumer: Zeewater

  •  
17-06-2018
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
jelle_08.jpg
Nu het voorjaar voorbij gaat en de zomer aanbreekt, wordt ook het zeewater langzamerhand aangenaam genoeg om in te zwemmen. Nou ben ik zelf een enorme koukleum en zwem alleen in lekker lauw water, zoiets als de Middellandse Zee in september, maar ook bij iets lagere temperatuur is zeewater zoveel aangenamer om in te zwemmen dan zoet water, zeker het altijd wat troebele Nederlandse plassenwater – ik zie graag de vissen onder me voorbijschieten. In zeewater heb je ook een groter drijfvermogen. Dobberend op je rug de wereld om je heen vergeten, heerlijk.
Maar realiseren we ons wel waar we eigenlijk in rondspartelen? Zeewater, zeker dat van de Middellandse Zee maar ook elders, zoals in de Oosterschelde, is kraakhelder, het lijkt soms wel helderder dan kraanwater, met een doorzicht van vele meters. Maar vergis je niet. Iedere liter zeewater bevat duizenden, tienduizenden of soms nog meer organismen. Diatomeeën, radiolariën, dinoflagellaten of hoe deze piepkleine protistjes ook mogen heten. Je bent dus nooit alleen, even afgezien van de vissen en een per ongeluk opdoemende kwal. Beschouw het maar als de bloemen, de vogels en de insecten die je tijdens een boswandeling vergezellen, gewoon de natuur die er bij hoort.
Maar er zit meer in het zeewater. Een groot deel van de in zee levende fauna zit vast. Sessiel noemen biologen dat. Zeepokken bijvoorbeeld zijn sessiel, ze zitten met hun schaaltje vastgekoekt aan meerpaal of rots. Zee-anemonen ook, die zitten met hun bibs als een zuignap vastgegroeid aan de ondergrond. Oesters zitten als badkamertegeltjes vastgemetseld op de rotsen. En dan leeft er van alles ingegraven in het zand, dieren als kokkels, strandgapers, mesheften, nonnetjes. En dan vergeet ik nog het meeste. Het voordeel van een vastzittende leefwijze is dat je nooit de weg kwijtraakt. Het nadeel is dat je niet op voedseljacht kunt, dus in principe zijn alle vastgekoekte organismen zogenoemde filterfeeders, die hun voedsel met zeefjes, waaierpluimen of andersoortige schepnetjes uit het water filteren. Maar het echte nadeel is dat je niet lekker achter de vrouwtjes aankunt. Of de mannetjes, zo u wilt. Zelfs al zit er drie centimeter verderop een woest begerenswaardige partner op de rots geplakt, je zit zelf ook vastgekoekt en kunt er niks mee. Vette pech. 
Maar, de immer creatieve natuur heeft er een oplossing voor verzonnen: de vrije zaadlozing. Sessiele dieren lozen hun zaad in grote wolken in het water, in de hoop dat de spermatozoïden worden opgevangen door dat lekkere ding een stukje verderop, waarna de bevruchting tot stand kan komen. Het gevolg van deze strategie is dat in het voortplantingsseizoen, en dat zijn vooral het voorjaar en de zomer, het zeewater feitelijk een verdunde zaadcelsuspensie is. Als u dus denkt lekker rond te dobberen in het gezelschap van hooguit een paar vissen, dan vergist u zich deerlijk. In werkelijkheid zwemt u in wolken oestersperma, aangenaam vermengd met miljoenen zeepok-zaadlozingen en evenzoveel kokkelkwakjes. Ik wens u een fijne zomer, geniet ervan.

Meer over:

jelle reumer
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.