Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heeft een nieuwe conservator: de 22-jarige biologiestudent Bram Langeveld. Hij verzamelt al 15 jaar fossielen en doet vaak bijzondere vondsten, zoals het schouderbot van de uitgestorven reuzenalk.
Zandsuppleties
Bram houdt zich voornamelijk bezig met fossielen uit zandsuppleties langs de Nederlandse kust, met een focus op de resten van zoogdieren (zoals mammoeten), vogels, vissen en schelpen. Samen met Dick Mol (honorair-onderzoeker van Het Natuurhistorisch) bestudeert hij privé-collecties die tientallen fossielenverzamelaars hebben aangelegd en vaak bijzondere vondsten bevatten.
Opvallend succes
Speciale belangstelling hebben de fossielen van de Zandmotor (het opgespoten schiereiland voor de kust van Ter Heijde) en natuurlijk het strand van Maasvlakte 2. Op die vindplaatsen boekte Bram een opvallend succes. Na het herkennen van enkele vogelbotfragmenten als overblijfselen van de uitgestorven reuzenalk en door daarover te publiceren en te vertellen, kwamen er meer dan twintig nieuwe vondsten van deze bijzondere vogelsoort 'boven water' in privé-collecties.
Tot voor kort werd aangenomen dat de reuzenalk een zeer zeldzame verschijning in de Nederlandse Noordzee was.