Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Lies Visschedijk: zwerm

  •  
03-06-2012
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
105 keer bekeken
  •  
Als het zomer wordt, en warm, dan kan een bijenvolk enorm groeien. Zo’n uit de voegen barstend honingvolk is een geweldig gezicht. Aan het vlieggat zie je al meteen dat het goed gaat: De drukte is gigantisch. Alle vliegbijen worden gecontroleerd, geven hun lading over en gaan er zo snel mogelijk weer vandoor.
Steeds meer honing wordt er opgeslagen, en steeds meer eitjes legt de koningin. De imker kan die groei nog wel even ondervangen door het volk extra ruimte te geven (je zet er gewoon nog een verdieping op) maar pas op: Als je even niet oplet en je met een glaasje sinas in je tuin zit, gaat de helft ertussenuit.
Wat is er gebeurd? Als een volk heel groot wordt, dan hebben de bijen steeds minder contact met hun koningin. Daardoor gaat het in de uithoeken van de kast broeien en gisten. Daar worden vreemde babykamers aangelegd.    
De oude koningin wordt op een spartaans dieet gezet en ze moet ook sporten. De anderen jagen haar namelijk de hele kast door.  Als ze flink is afgevallen, past haar achterlijf in die vreemde celletjes ergens onderaan de raat.
Daar legt ze eitjes in.  Die eitjes worden larfjes, krijgen speciaal supereten en krijgen een mooi, hoog dekseltje.  Ook legt ze onbevruchte eitjes. Darren-eitjes.
En wat doet de oude koningin dan? Die gaat als avontuurlijke bejaarde ervandoor.
Ik stel me dan zo onze oude koningin Juliana voor, die dan, op een dag, eind jaren 70, met wat koffers en vijf oude hofdames gewoon de eerste bus pakt.  Misschien was ze dan wel ergens in Zwitserland geëindigd, in een alternatieve jeugdherberg. Of in een kraakpand in Baskenland. Ongetwijfeld zou ze het er enorm gezellig hebben gemaakt.
De oude bijenkoningin landt altijd eerst dicht bij huis. Meestal is die plek een beetje lullig.  Een lelijke conifeer, de nok van een oude tomatenkas.
Onmiddellijk groeperen de andere werksters zich om haar heen.  Een paar waaghalzen gaan de omgeving verkennen, en de rest houdt zich trouw aan elkaar vast.  Soms ontstaan er dan de mooiste vormen, zoals druppels. Tienduizend bijen die zich opgewonden aan elkaar vasthouden, dat valt gek genoeg lang niet altijd op.  Maar soms wel.
Met een beetje geluk belt de trotse eigenaar van de conifeer de dichtstbijzijnde imker. Die komt dan altijd zo snel mogelijk, hetzij ietwat beschaamd, (want bij een zwerm heb je gewoon even niet goed opgelet) hetzij ietwat opgetogen ( want gratis bijen van collega imker x, die even niet goed heeft opgelet).
Met een flinke zwieper aan de conifeer ligt de druppel zo op de grond en als je er een oude korf er een beetje schuin overheen zet, kruipen ze er dankbaar in. Bijen zijn gek op korven. Na zonsondergang zit de hele druppel doodstil en tevreden in de korf.
Als je die korf onder dichtmaakt met drie spijkers en een oude theedoek, kunnen de tienduizend vluchtelingen gauw mee terug naar huis, en in een nieuwbouwwoning, en is het avontuur voorbij.  Als je niks doet, dan wordt er na uitgebreid onderling overleg een geschiktere behuizing gevonden. Met een dansje maken de speurders duidelijk waar de goeie plekken zitten. Als de hele zwerm uiteindelijk hetzelfde dansje doet, is duidelijk welke plek is gekozen.
En masse gaan ze er dan op af.
Als zo’n zwerm niet meer wordt gevonden, dan loopt het vaak niet goed af. In Nederland is het te koud voor de meeste bijenvolken om de winter te overleven.  Dus als je er een ziet, maak een imker blij en laat het weten!
Wat is er ondertussen in het ouderlijk huis gebeurd?
We gaan even terug naar de zwermcellen. Daar zitten mevrouwen in die de boel willen overnemen. Na dertien dagen is de eerste koningin rijp. Die verlaat haar cel, en gaat als een kleine rambo bovenop die cel staan schreeuwen. Dat heet tuten. De andere dames die ook rijp zijn geven antwoord, achter hun deksel. Dat klinkt als kwaken. De bijen gaan op hun dekseltjes staan, zodat ze er niet uit kunnen, want anders komt er een bitchfight zonder weerga.
De  tuter laat zich bevruchten, neemt een zwik bijen mee, en gaat ook op pad. De nazwerm. Misschien komt er nog een nazwerm.
En dan? Dan is het leeg in huis. De twee man en een paardenkop die er nog wonen, die krijgen een nieuwe jonge koningin. Haar eerste taak in het nieuwe koninkrijk is naar de andere kwakers te gaan, een heel klein geniepig gaatje in het dekseltje te knagen en dan de rivale dood te steken. Shakespeare is er niks bij.
Na deze zware ende verdrietige opgave is het feest. Met de overgebleven darren gaat ze, net als haar voorgangster,  op bruidsvlucht, en komt dan moe maar voldaan met een rugzak vol sperma weer thuis. Daar kan ze een leven lang plezier van hebben.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.