Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Nathalie Baartman: Zaad

  •  
14-10-2018
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
Nathalie Baartman

© fotograaf: Henny Radstaak

Mama is gek op zaad,’ zegt mijn dochter tegen de buurman. En dat klopt. Ik heb stokroos geoogst. Bakjes vol staan in de schuur. Er komt een moment dan ga ik het dorp in om te strooien. Het liefst met rok, een mand van riet en een Twents lied. Ik ben niet vies van folklore. Behalve als het met zwarte schmink moet. ‘Oh, daar heb je het zaadvrouwtje. Oh, daar heb je het zaadvrouwtje,’ roepen de mensen verheugd. Ze komen naar buiten en doen vruchtbaarheidsdansen op de stoep. Een leuk alternatief voor de buurtbarbecue. Scheelt een boel zinloos vlees.
Onze economie gaat uit van schaarste. De natuur gelooft in weelderigheid en overvloed. Moeder Stokroos plant ongelooflijk veel nazaatjes voort. Haar inborst is gul. En ook de oude zonnebloem hangt in volle nederigheid met gebogen hoofd naar beneden om de volgende generatie te laten drogen. Honderden pitjes omringd door pikkende koolmezen. Zoals mijn zusje en ik vroeger aan oma’s rok hingen, het zoete appeltaartdeeg van haar vingers mochten plukken.
Zeker ben ik een zaadfanaat. Sinds kort kiem ik me te pletter. Zaadjes in een nat bakje op het aanrecht. Een klein verheugen als het eerste zachtgele kopje hapt naar licht. Vijf dagen later heb je huisgemaakte alfalfa voor op de beschuit of een leuk alternatief voor het koekje. ‘Wil je kiemen bij de koffie? ‘Ah, hoeft niet.’
Elk zaadje omhelst een mysterie. Het valt na de bloei van de plant droog in de aarde. En na maanden in staat van geduld, herrijst het als zelfstandige stengel omhoog. Meestal in de lente. Zonder wekker. Zonder batterijen. Zonder werkgever. Het zaad besluit zelfstandig: tijd om op te staan. De magie van deze wilskracht fascineert me. Iets met schepping, waar ik God graag buiten hou.
Ik verdenk sommigen zaden uit mijn tuin ervan dat ze de verleiding van de hete herfst niet kunnen weerstaan en bij bosjes vroegrijp openbreken. Het leven is nu eenmaal popelend van aard. Waarom wachten op het voorjaar als de herfst gunstig gestemd is? Die malle herfst. Het is oktober en de fruitvliegjes zingen: we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet.
Zaaien en oogsten. Fruitvlieg en vallend blad. Alles lijkt mogelijk nu in mijn tuin. Alsof de natuur de lineaire 24-uurs economie wil behagen. ‘Heanig an,’ roep ik naar mijn zaadkinderen. Dat is Twents voor ‘laat je niet opjagen.’ Ik wil gewoon herfst met natte spinnenwebben en daarna een dikke winter.
Dan mag het zaadvrouwtje eindelijk slapen.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.