Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Onno Blom: Hemelse vogelzang

  •  
17-09-2017
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
onno_blom_05.jpg
 ‘Waar houdt geluid op en begint muziek?’ Dat vroeg Sjef van Oekel zich ooit af in de klereherrie van Van Oekels discohoek.
Ik moest daar toen keihard om lachen, maar vorige week zat ik over die vraag ineens bloedserieus na te denken nadat ik De wereld van Maarten ’t Hart had gelezen. In die essaybundel staat namelijk een geleerd stuk waarin ‘t Hart, gepromoveerd etholoog zoals u wellicht weet, zich afvraagt of muziek iets is dat louter is voorbehouden aan de mens. Is vogelzang kunst?
Darwin opperde dat vogels zingen om de andere sekse te imponeren of te verlokken. Dat leek mij wel plausibel. Maar het is niet bewezen en vaak betwist. Tegenwoordig interpreteren ethologen vogelzang als de welluidende wijze waarop territorium wordt afgebakend waarbinnen gebroed kan worden.
Maar als dat zo is, waarom zingen sommige vogels dan buiten het broedseizoen, of ‘zomaar’ in de schemering? Is dat dan geen l’art pour l’art? Wat is, zo piekerde ik verder – zelfs ík heb mijn filosofische momenten – eigenlijk de functie van muziek voor de mens? Er lijkt geen biologische reden te zijn dat de mens muziek zo hoog acht. Om te overleven is muziek niet nodig. Ook een dove kan heel oud worden – al zal hij een stuk ongelukkiger zijn kist in gaan. En zing je als een kraai – zoals ik – dan kan je nog altijd een mooie vrouw krijgen.
Psalmgezang in de kerk zou je nog als territoriumdrift kunnen zien, oppert Maarten voorzichtig. Natuurlijk, dacht ik, zo houden gelovigen de kudde bij elkaar. En de ongelovigen buiten de deur. En dat deed mij – hoe kan het ook anders voor zijn biograaf – onmiddellijk denken aan een tragische gebeurtenis in de jeugd van Jan Wolkers.
Toen Jan een jaar of acht, negen was, stierf zijn lapjeskat. Zijn geloof wankelde omdat zijn vader had gezegd dat zijn kat niet naar de hemel zou gaan omdat dieren geen ziel hadden. Onbestaanbaar vond Jan dat. Dieren geen ziel! Dan hadden ze nooit in de ogen van zijn kat gekeken.
‘Trouwens,’ schreef Wolkers in zijn essay ‘Op de vleugelen der profeten’, ‘als je dat trage temende gebalk dat het uitverkoren volk Gods zondags tijdens de kerkdienst in psalm na psalm uitstootte, vergeleek met de zuivere zang van de eerste de beste merel, zou ik wel eens willen weten wie er bezield was en voor wie, alleen al om Bach en Händel niet gillend met hun handen tegen hun oren naar de hel te verdrijven, de hemelpoort potdicht moest blijven.’
Laten we vogelgezang tot de kunsten rekenen. Beide klinken hemels – en treffen je tot in het diepst van je ziel.
Twee maanden geleden vertelde ik u achter deze microfoon hoe oorverdovend de stilte klonk, nadat het nest met kwetterende merels onder het raam van mijn werkkamer ineens verlaten was. Waren de kleintjes geroofd of uitgevlogen? Vliegen ze hier rond of zweven hun zieltjes in de hemel? Ik weet het niet.
Het lege nest raakte mij óók zo omdat mijn geliefde hoogzwanger was. Zelf stond ik op het punt na meer dan tien jaar broeden het manuscript van mijn Wolkersbiografie in te leveren. Mijn lief en ik stonden beiden op het punt van bevallen.
Mijn boek is af. En vandaag precies twee weken geleden, op zondagmorgen, werd Sofie geboren. Ons huis is een veilig nest. We houden de herrie zoveel mogelijk bij haar vandaan. Op kousenvoeten sluip ik door de gang als ze ligt te slapen. Daarnet begon ze te huilen, maar onmiddellijk nadat ze de borst kreeg werd ze stil.
Geloof het of niet, op dat moment begon buiten een merel te fluiten.
Het klonk als muziek in mijn oren.

Meer over:

onno blom
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.