Prehistorisch edelhert opgegraven in Limburg

Archeologen hebben in een beekdal van de Tungelroyse Beek aan de Mildert bij Nederweert (Limburg) een relatief compleet skelet van een edelhert uit 9000 voor Christus opgegraven. Het gaat volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om een bijzondere en zeer zeldzame vondst uit het begin van de Midden-Steentijd, het Mesolithicum.
  
De gevonden skeletdelen van het prehistorische hert werden donderdagmiddag in Nederweert gepresenteerd. Het hert is slachtoffer geweest van een jachtpartij, wat erop wijst dat de toenmalige bewoners van Limburg 'jager-verzamelaars' waren. Volgens Eelco Rensink van de Rijksdienst is de vondst zeer bijzonder, omdat maar heel zelden organische resten uit die tijd worden ontdekt in Nederland.
 
De jager-verzamelaars leefden in de overgangstijd van de IJstijd naar het holoceen, de huidige tijd. Ze moesten overleven in een open zandlandschap met weinig vegetatie. Deze mensen hielden zich naast visvangst onder meer bezig met de jacht op paarden en rendieren. Van deze mensen zijn tot nog toe in Nederland geen skeletten opgegraven. Bij de vindplaats in Nederweert zijn resten gevonden van andere oerdieren en van organisch materiaal zoals speerpunten en scherven. Ze hebben de tand des tijds doorstaan omdat ze in het veen lagen. Veen laat geen zuurstof door.
 
De vondsten kwamen aan het licht tijdens archeologisch onderzoek voorafgaand aan de sanering van de Tungelroyse Beek bij de Mildert in verband met de verontreiniging van zink en cadmium door Budelco in Budel.
 
Eerder vond de Rijksdienst iets jongere resten van botten van een edelhert uit die tijd bij Zutphen en van een oeros in Jardinga (Friesland).

Het gaat overigens niet om de oudste vondsten ooit in Nederland gedaan. Bij Maastricht vonden archeologen volgens Rensink sporen van Neanderthalers die daar verbleven rond 330.000 voor Christus. ,,Wat we hier aantreffen, zijn sporen van moderne mensen aan het eind van de IJstijd'', aldus Rensink.

Bron ANP