Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Saskia van Loenen: Net als in de film

  •  
30-09-2018
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
saskia_van_loenen_01.jpg
Een plek in Nederland zonder mensen, enkel omgeven door natuur, bestaat dat nog? Afgelopen zomer kwam ik er in elk geval heel dichtbij. Ik mocht een week bivakkeren op Richel in de Waddenzee. Op zoek naar het Groeten van Rottumerplaat–gevoel van Jan Wolkers.
Wat een ervaring. De leegte, die oneindige zandvlakte. De onafgebroken wind. En ik wist dat ik hier veel vogels ging zien, maar de gigantische wolken wulpen en kanoeten overtroffen alle verwachtingen. Ademloos staarde ik naar boven – je knijpt jezelf in je arm om te checken of je niet gewoon in diepe slaap je ultieme wensdroom ligt te dromen. Een overvliegende slechtvalk. Lange slierten schitterende eidereenden. En dan die vloed. De kracht van het oprukkende water, hoe snel je huisje volledig is omsloten; en hoe glinsterend het wad erbij ligt als het weer eb wordt – het waren vergezichten die ik nooit meer zal vergeten. Evenals het zeehondje dat voor mijn ogen lag dood te gaan. Het was zijn moeder kwijtgeraakt en lag moederziel alleen in de brandende zon. Na drie dagen stierf hij. En ja, ik heb gehuild. Het wad betekent soms ook gewoon Drama met een hoofdletter.
Dat zag regisseur Ruben Smit ook – dat hij de eerste was die besloot een gelikte bioscoopfilm te maken over de pracht van de Wadden is bizar. Maar: hij is er. Vanaf donderdag draait WAD, overleven op de grens van water en land in de bioscoop. De verwachtingen zijn hooggespannen want we zijn inmiddels wat gewend, met De Nieuwe Wildernis en de prachtige Amsterdamse beelden in De Wilde Stad – al blijft het eeuwig zonde dat daar zo nodig een dikke pratende huispoes met tenenkrommend flauwe grapjes in rond moest banjeren.
In de Waddenfilm goddank geen B-acteurs die met kattenvoer naar de overkant worden gelokt. Nee, dit is de rauwe werkelijkheid. Zo schrik je als sentimentele zeehondjesfan wel als je ziet wat een vervelende rotbeesten die grijze zeehonden kunnen zijn – de mannen uiteraard, wanneer het testosteron uit hun snuivende neusgaten spuit. Vrouwtjes worden rücksichtlos verkracht als ze niet snel genoeg langs de heren kunnen hobbelen naar de veilige zee; kleintjes ruw door elkaar geschud en bloedend achtergelaten. Maar er zijn ook eyeopeners waar je blij van wordt, zoals de dans van de scholeksters: wie het mooiste danst heeft recht op de beste plek om daar zijn nest te maken; So you think you can dance, maar dan zonder gladde jury. Of neem die kluut met ineens zes pootjes uit haar buik: drie kleintjes die zich hadden verstopt in haar warme teflonjas tijdens de teistering van slagregens. Zeevonk: nooit zelf gezien, nu deinde ik mee op een zee gevuld met blauwe, lichtgevende diamantjes. Noorderlicht – ik dacht dat we daarvoor naar het hoge noorden moesten, maar op Terschelling heb je het ook. En wat had ik op Richel graag mijn hoofd onder water gestoken om te zien wat daar krioelt, maar nu zag ik het alsnog – en duizend keer beter.
Goed, de dreigende muziek op het moment dat een meeuw zijn kop opricht als de bergeendjes naar zee wandelen is wat overdreven – alsof Hitler himself daar bovenop het duin zit. Maar de prachtige beelden maken veel goed. Ik sta weer midden tussen de wolken kanoeten, ditmaal dichterbij dan ooit zou kunnen, en hap in mijn bioscoopstoel wederom naar adem. Wat zijn die Wadden van ons toch allemachtig mooi. Laat alle beleidsmakers, oliebedrijven, speedbootproleten, milieuvandalen en Trump-idioten verplicht naar deze film kijken. Misschien dat dan eindelijk het besef doordringt hoe kostbaar dit is – want zelf waren ze er nog nooit geweest.
En ik? Ik wil terug. De zomer is nog maar kort geleden, maar het kriebelt alweer. Net als in de film, ik wil het. Of nee: nog beter dan de film. Want de Wadden moet je vooral lijfelijk ervaren. Voelen, ruiken, met je hoofd in de wind, liefst op een plek van alles en iedereen verlaten. Tegen al die mensen die geld uitgeven aan weet ik wat voor cursussen om gelukkig te worden, zeg ik: spring op die veerboot. Het geluk ligt voor het oprapen, en wel om de hoek. De ondertitel van de film, ‘overleven op de grens van water en land’, is wat dat betreft perfect gekozen. Overleven doe je het beste op het wad.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.