Regelmatig zijn aalscholvers te zien langs de waterkant als ze met hun vleugels gespreid in het zonnetje zitten. Maar dat heeft niets te maken met het werken aan een kleurtje.
Vette veren
De meeste watervogels blijven drijven omdat ze hun verendek invetten. Met een speciale klier in de snavel scheiden ze een soort olieachtige substantie af, waarmee ze een waterafstotend laagje aanmaken.
Diepe duikers
Aalscholvers jagen onder water, soms wel tot dieptes van 20 meter. Een verenpak waarmee je blijft drijven is dan energieverslindend. Daarom smeert de aalscholver veel minder van het olieachtige goedje op z'n veren dan bijvoorbeeld een eend.
Zinkrisico
Nadeel: het verenpak wordt natter en de kans dat de aalscholver zinkt wordt groter. Daarom moet de aalscholver na een paar duiken altijd een plekje zoeken om weer even te drogen. Vleugels gespreid en kop in de wind.