Visdief schreeuwt om spiering

Ieder voorjaar wordt er met twee wetten in de hand - de visserijwet en de natuurbeschermingswet - gekeken of er in het IJsselmeer op spiering mag worden gevist. De visserijwet kijkt zuiver en alleen naar de visstand, de natuurbeschermingswet kijkt ook naar de vogels die afhankelijk zijn van de spiering, oftewel is er genoeg vis om de gewenste vogelstand te steunen.

De laatste tijd mag er vaker niet dan wel worden gevist. Maar om helderheid te scheppen heeft het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan Wageningen Marine Research gevraagd de zaken op een rij te zetten. In hun rapport komen de onderzoekers met een helder advies: de spieringvisserij zou gewoon gesloten moeten worden totdat onomstotelijk duidelijk kan worden gemaakt dat de vogels geen nadeel ondervinden van de visserij. 

Een van de vogelsoorten die sterk afhankelijk is van de spieringstand is de visdief. Op de kunstmatige archipel De Kreupel, bij Andijk, broeden vele duizenden visdieven. Ook op de net aangelegde Marker Wadden, in het Markermeer broedden in het eerste jaar al bijna tweeduizend visdieven. Volgens onderzoeker Jan van der Winden is het niet zo interessant om naar het aantal broedende vogels te kijken. Het gaat er vooral om hoeveel jongen ze groot weten te krijgen. En dat blijkt nogal tegen te vallen. Zeker in jaren dat er op spiering wordt gevist krijgen de visdieven bij langen na niet genoeg jongen groot om de populatie in stand te houden.