Zelf Geschoten: appelvink, levendbarende hagedis, konik

Appelvink
De appelvink is een bijzondere zangvogel. Dat komt vooral door zijn megasnavel, die uitermate geschikt is om grote zaden en pitten te kraken. Zo eet hij graag kersenpitten. Deze worden schijnbaar moeiteloos gekraakt; het vruchtvlees spuugt hij uit. De kaken van de appelvink zijn zelfs zó krachtig dat hij een druk van vijftig kilo kan uitoefenen. Dit heeft hem in Duitsland de naam Kernbei?er opgeleverd.

Helaas gaat het grootste deel van het leven van appelvinken schuil achter vele boomtakken. Ze zitten namelijk het liefst hoog in de bomen. Daarnaast is de appelvink een schuwe, waakzame soort. Door zijn verborgen gedrag en het onopvallende geluid, alleen door kenners op naam te brengen, lijkt de appelvink zeldzamer dan hij werkelijk is. Je vindt ze met name in hoog opgaande bossen met oude beuken en eiken. Ook in oude parken en bosrijke woonwijken komen appelvinken voor.