Zwartkeellijster in Groningen

Vorige week arriveerde een zwartkeellijster ( Turdus atrogularis ) als dwaalgast in Nederland en nu is de soort al bijna 500 keer op Waarneming.nl gemeld. Officieel zijn er tussen 1981 en 2009 maar zes bevestigde waarnemingen van deze vogel. De lijster wordt altijd gezien in het winterseizoen en in de noordelijke helft van het land.

Opvallend genoeg waren er twee  van de zes gevallen binnen de gemeente Groningen en ook dit keer is de zwartkeellijster weer geland in het noordelijke deel van deze provincie. Dat was aanleiding voor tal van vogelaars uit het hele land om dit weekend naar Noord-Groningen af te reizen om dit vogeltje vast te leggen met de camera.

De lijster overwintert normaal in het zuidwesten, zuiden en oosten van Azië. Het mannetje heeft een zwarte keel en borst, het vrouwtje is bruingrijs en gestippeld op de borst.

De zwartkeellijster broedt van de Siberische taiga tot aan de uitlopers van de Oeral. Hun nesten maken ze langs de randen van naaldbossen en gemengde loofbossen, het liefst in de buurt van stroompjes of moerassige gebieden. Het nest is gemaakt van fijn gras, mos en korstmossen. In de zomer broedt een koppeltje zwartkeellijsters alleen of in kleine groepjes. In de winter verzamelen ze met andere lijsters in grote zwermen. Het voedsel van de vogels bestaat uit ongewervelde dieren, bessen en zaden en ze zoeken het op de grond.

De zwartkeellijster is nauw verwant aan de roodkeellijster ( Turdus ruficollis ), die afhankelijk van taxonomische inzichten soms als aparte soorten en soms als ondersoorten van elkaar worden gezien.