Opening Haringvliet geeft kustbroedvogels weer hoop

Na het afsluiten van het Haringvliet in 1970 zijn de vogelaantallen drastisch achteruit gegaan. In een onlangs verschenen rapport is beschreven dat vooral kustbroedvogels het zwaar hebben gehad met de sluiting. De Haringvlietsluizen gaan in 2018 weer op een kier, en dit biedt kansen voor bedreigde vogels.

Het Haringvliet is de monding van de Rijn en Maas. Met de ingebruikneming van de Haringvlietdam in 1970 veranderde het Haringvliet van een brakwatergetijdengebied naar een zoet meer zonder invloed van het getij. Hierdoor was er minder nestgelegenheid en voedsel beschikbaar voor de kustbroedvogels.

Ondanks de achteruitgang in vogelaantallen is het Haringvliet nog altijd van grote betekenis voor veel soorten vogels. Maar na de sluiting is de mix van soorten heel anders geworden. Zo zijn vogels die waterplanten eten (eenden en zwanen), gras- en planteneters (ganzen en smienten) en insecteneters (rietvogels) toegenomen. De juist zo bedreigde vogels van kust- en intergetijdengebieden die vissen vangen op water (zoals sterns) en bodempikkers (zoals steltlopers en meeuwen) zijn in aantal afgenomen. 

Het op een kier gaan van de Haringvlietsluizen zorgt voor een meer dynamische delta. Het is een belangrijk begin naar een meer natuurlijke overgang tussen het zoute zeewater en het nu zoete Haringvliet. Veel vogel- en vissoorten kunnen van de verbinding tussen zee en rivier en de zoute en brakke milieus in het Haringvliet gaan profiteren. Het biedt kansen voor de kustbroedvogels. Die kunnen in het Haringvliet de komende jaren veiliger en beter broedgebied vinden en meer voedsel in de buurt van hun nestplaatsen.

Bron: Vogelbescherming