Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Overwinterende ooievaars

  •  
11-01-2019
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
178 keer bekeken
  •  
ooievaars_afvalverwerking_otto_kwak

© Ooievaars bij de afvalverwerking bij Oss. Foto: Otto Kwak

Ooievaars trekken van nature in de winter naar het dan warmere en voedselrijkere zuiden van Europa. Wanneer de vogels jong zijn, doen ze dat ook. Maar het lijkt alsof ooievaars steeds opportunistischer worden naarmate ze ouder worden. In de winter kom je daarom steeds vaker groepen ooievaars tegen in het Nederlandse landschap die niet wegtrekken. Zeker in een zachte winter vinden de vogels voldoende regenwormen. Of ze groeperen in de buurt van een afvalstort, (zoals op de foto) in dit geval aan de rand van de gemeente Oss. Daar klit een groep van ongeveer 85 ooievaars samen. 

Uitkomst  van de wintertelling

Met de jaarlijkse wintertelling het weekend, 12 en 13 januari 2019, wil STORK (Engels voor ‘ooievaar’, maar het staat ook voor STichting Ooievaars Research en Knowhow) meer te weten komen over hoeveel ooievaars er in de winter hier blijven. En ook of dit er inderdaad steeds meer zijn. Waarnemingen en tellingen konden doorgegeven worden op ooievaars.eu of waarneming.nl .
Ooievaars zijn eigenlijk trekvogels, maar er zitten er nu nog zeker 547 in Nederland, blijkt uit deze wintertelling. De vogels die nog hier zijn, voelen kennelijk niet de aanvechting om naar zuidelijker contreien te trekken. In totaal deden 243 mensen mee aan de telling. Vorig jaar werden bij de telling iets meer ooievaars gezien: 650. Het zou kunnen dat het aantal nog wat stijgt, omdat mensen hun waarneming soms een dag later pas doorgeven.
Een duidelijke verklaring voor het feit dat zoveel ooievaars hier blijven, heeft een woordvoerster niet. "Het kan zijn dat het met de zachte winters te maken heeft. We willen mensen er in elk geval bewust van maken dat ze ooievaars niet moeten voeren. Laat ze hun eigen gang gaan.''

Ooievaarsbuitenstation

De grootste groep, 108 ooievaars in totaal, werd geteld in het Drentse Reestdal in de buurt van Meppel. Daar was ooit een zogeheten ooievaarsbuitenstation. Dat bestaat niet meer, maar er komen nog wel mensen die de dieren in weerwil van de adviezen voeren. ,,De ooievaars weten dat en blijven er komen'', zegt de woordvoerster.
Nederland telt in het voorjaar meestal zo'n duizend nesten. Jonge ooievaars trekken doorgaans wel naar het zuiden in de winter, het zijn vooral de oudere dieren die hier blijven.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.