wapenvlieg
Vanmiddag langs fietspad op margrieten diverse exemplaren aangetroffen.
Ik kom met "De Nieuwe insectengids" (blz. 199) uit bij Odontomyia viridula (geen Nederlandse naam). Invoeren Latijnse naam op waarneming.nl levert geen resultaat op. Ben gaan zoeken bij wapenvliegen en daar vond ik Oplodontha viridula (kleine moeraswapenvlieg).
Veranderen Latijnse namen in de insectenwereld net zo regelmatig als in de wereld van de paddenstoelen ?

Log in om te reageren
InloggenNog geen account? Registreer je nu
Reacties (6)
Arp, mijn bewondering voor wat je allemaal weet te vertellen over de Latijnse naamgeving van "insecten" . Ik heb het met interesse gelezen. Maar voor iemand die zich nog niet zo lang in de insectenwereld verdiept, is het wel wat overweldigend. Vooral mijn dank voor de uitgebreide reactie. Prachtig dat je de moeite neemt om zo enthousiast anderen wijzer te maken.
Vriendelijke groet,
Tjerk
Zo Arp, wat weer een ontzettend knap verhaal!!
Eerlijk gezegd geloofde ik ook - zoals ik dat ooit leerde- dat de Latijnse namen nauwelijks aan verandering onderheving waren........in tegenstelling tot de Nederlandse namen,
Na jouw uiteenzetting blijkt dat dus in het geheel niet zo te zijn. Weer wat geleerd!
Dankjewel voor de tijd die je hebt genomen om ons met je uitvoerige antwoord, inzicht te geven in de naamgeving en alles wat daarmee annex is.
Beste Tjerk,
Op speciaal verzoek van Jeanette nog maar eens door de onzinneuzel heengeworsteld om me in te loggen ...
Wetenschappelijke namen veranderen misschien nog wel vaker dan Nederlandse/regionale namen. De idee-fixe die je in entomologische kringen wel eens hoort dat wetenschappelijke namen beter zouden zijn dan Nederlandse omdat ze constanter zijn, is een drogreden. De reden dat ze "beter" zijn, is omdat ze genormeerd zijn en omdat er altijd terug te vinden is wat er bedoeld wordt, tenminste bij correct gebruik en ook internationaal bruikbaar. Bij Nederlandse namen is dat alles niet zo.
De reden dat wetenschappelijke namen veranderen is omdat er veel ontwikkeling is in de kennis die we opdoen over organismen. Ik zal een paar voorbeelden geven die de voor- en nadelen c.q. de moeilijkheden illustreren.
Insecta (=="insecten"??): Toen Linnaeus zijn systeem verzon, heeft hij aanvankelijk bijna alle geleedpotigen samengevat onder de noemer "Insecta" (wetenschappelijke naam). Dus ook duizendpoten, spinnen, kreeften etc etc. Dat zal grofweg in overeenstemming geweest zijn met het gemiddelde gebruik van vergelijkbare termen als "Insecten" in diverse spreektalen destijds.
Al vrij snel kwam er behoefte om steeds meer groepen uit de "Insecta" af te splitsen en een eigen klasse of orde te geven. Myriapoda, Arachnida etc. Dat is prima natuurlijk, maar het zorgt voor een discrepantie tussen de wetenschappelijke term en het "gewone" taalgebruik in spreektalen, waar voor heel veel mensen alles wat op een geleedpotige lijkt nog steeds een "insect" is.
Biologen hebben de mensen proberen te beleren dat een duizendpoot of spin geen "insect" is, maar in feite hebben die biologen ongelijk. Het zijn niet de biologen die bepalen hoe de taal vormgegeven wordt en wat de betekenis van woorden is, maar de gebruikers van de taal doen dat. Als zij de term "insect" gebruiken voor spinnen of wat dan ook, dan hebben ze uiteindelijk gewoon gelijk. Het is ook niet vol te houden om elke "wetenschappelijke" verandering aan de inhoud van het taxon Insecta telkens maar weer opnieuw aan de taalgebruikers te verkopen als nieuwe versie voor hun begripsvorming over wat een "insect" is. Welke taalgebruiker boeit het nog ene biet dat Collembola geen Insecta meer zijn? En dus(?) ook geen "insecten"??? Of dat er voor rotsspringers of zilvervisjes ook aan die status getwijfeld wordt? Dat waren en blijven zijn gewoon "insecten" - en spinnen zijn dat voor veel mensen eigenlijk ook nog steeds.
De betekenis van de wetenschappelijke term is dus aan veel meer verandering onderhevig dan de Nederlandse naam(!)
Met de Engelse term "bug" is iets heel vergelijkbaars gebeurd: Aanvankelijk werden daarmee zo ongeveer alle "Insecta" sensu Linnaeus 1758 bedoeld, maar later hebben de biologen de Engelstaligen proberen te beleren dat ze "bug" alleen nog maar moesten gebruiken voor Hemiptera, met niks dan verwarring tot gevolg en de introductie van termen als "true bugs". Maar ik dwaal af.
Oude namen:
Als voorbeeld gebruik ik wat wantsen. Vrijwel alle wantsen zijn aanvankelijk beschreven met de genusnaam Cimex maar ook daar kwam naderhand meer behoefte aan onderscheid. Er kwamen nieuwe genusnamen bij en toen men later de op elkaar gelijkende soorten nog meer wilde groeperen kwamen er op basis van die eerdere genusnamen weer familienamen bij etc, etc.:
Zo is de huidige Pentatoma rufipes (Roodpootschildwants) door Linnaeus beschreven als Cimex rufipes Linnaeus, 1758. Een kleine 30 jaar later, in 1789, verzon Olivier hiervoor de geslachtsnaamPentatoma omdat hij duidelijke verschillen zag met veel andere wantsen. Vanaf die tijd heet de soort Pentatoma rufipes (Linnaeus, 1758).
Let op dat er nu haakjes om de auteursnaam staan: Hiermee wordt aangegeven dat de soort weliswaar in 1758 door Linnaeus werd beschreven maar onder een andere genusnaam.
Vanaf die tijd werden ook andere soorten ingedeeld als "Pentatoma". Zo deelde Lamarck ook de Cimex prasinus Linnaeus, 1761 (Groene stinkwants) onder Pentatoma in en is die dus ook een tijd alsPentatoma prasina benoemd geweest. Tegenwoordig noemen we die Palomena prasina (Linnaeus, 1761), maar die genusnaam "Palomena" is pas in 1866 verzonnen door Mulsant & Rey, 1866.
In 1815 werden heel veel van de inmiddels om Pentatoma rufipes heen gegroepeerde soorten, die deels ondertussen alweer andere eigen genusnamen hadden gekregen, door Leach samengevoegd in een familie "Pentatomidae".
Onze huidige Palomena prasina (Linnaeus, 1761) is dus ooit beschreven als Cimex prasinus en heeft in de tussentijd ook andere namen gehad, zoals Pentatoma prasina.
Dit is het gewone proces van steeds beter/fijner indelen en groeperen, waardoor vooral de genusnaam, maar bijvoorbeeld ook de indeling in families etc. telkens weer verandert. Dit gaat ook vandaag nog door, soorten worden tussen genera heen en weer geschoven, subgenera worden gepromoveerd tot volwaardig genus etc. De genusnaam of familienaam verandert daarbij dan steeds, maar de soortnaam (zoals "prasina") blijft gelijk of verandert alleen in uitgang om gramaticaal te corrigeren voor een andere genusnaam (bijvoorbeeld Cimex prasinus -> Palomena prasina).
Synoniemen:
Nu wordt het lastig: In 1781 beschreef Fabricius een groene schildwants en noemde die Cimex dissimilis. Ook die is bij Pentatoma en zelfs nog bij Palomena ingedeeld, maar na het nodige historisch gesteggel is er beslist dat Fabricius oorspronkelijk dezelfde soort beschreven had die Linnaeus al eerder beschreven had als Cimex prasinus.
Of anders gezegd: Nader onderzoek wees uit dat Cimex dissimilis Fabricius, 1781 gesynonymiseerd moest worden met Cimex prasinus Linnaeus, 1761. Vergelijkbaar werd er ook in 1781 een Cimex viridis beschreven door ene Harris en ook die is gesynonymiseerd met Palomena prasina.
Als je tegenwoordig gegevens over Palomena prasina opzoekt kun je daar vaak een hele lijst namen onder terugvinden die historisch voor dezelfde soort gebruikt zijn. Alleen al uit bovenstaande voorbeelden hebben we dan:
Palomena prasina (Linnaeus, 1761)
== Cimex prasinus Linnaeus, 1761
== Pentatoma prasina (Linnaeus, 1761)
= Cimex dissimilis Fabricius, 1781
= Pentatoma dissimilis (Fabricius, 1781)
= Palomena dissimilis (Fabricius, 1781)
= Cimex viridis Harris, 1781
= Pentatoma viridis (Harris, 1781)
= Palomena viridis (Harris, 1781)
Maar de echte lijst is veel langer(!) Als Nederlandse namen ken ik voor deze "Groene Stinkwants" en sinds een jaar of twee nu dan "Groene Schildwants" - een stuk overzichtelijker.
Auteur en jaar:
In bovenstaande heb ik vrij consequent (niet overal, want lui) steeds de naam van de auteur erbij gezet. Dat lijkt overdreven, maar het is eigenlijk absoluut nodig om correct met wetenschappelijke namen om te gaan.
Als uitleg een voorbeeld dat aansluit op bovenstaande:
In 1910 beschreef Horváth een klein bloedzuigend wantsje aan vleermuizen als Clinocoris dissimilis. Via wat omzwervingen in de jungle van wetenschappelijke namen is dat diertje nu terecht gekomen in het genus Cimex. Inderdaad, dat genus bestaat nog steeds, maar is volledig uitgekleed sinds de tijd van Linnaeus en omvat tegenwoordig alleen nog een groepje bedluisachtige wantsen. Tegenwoordig heet dat wantsje van Horváth dus Cimex dissimilis.
Hé, maar wacht nou even ... die naam kenden we al ... namelijk als Cimex dissimilis Fabricius, 1781 voor de Groene stinkerd!
Om het verschil te kunnen maken is het dus nodig om die auteursnaam en datum erbij te vermelden, dus Cimex dissimilis (Horváth, 1910) is heel wat anders dan Cimex dissimilis Fabricius, 1781.
Als je op die manier de wetenschappelijke namen gebruikt kun je aan hand van de publicatie (die je zou moeten kunnen vinden met auteur en jaartal) eigenlijk altijd terugvinden wat er nu bedoeld wordt met een naam als Cimex dissimilis.
Tot slot nog wat recente voorbeelden.
Heen en weer geschuif:
Sinds jaar en dag kennen we uit Zuid-Europa een aantal wantsen uit het geslacht Carpocoris, onder andere Carpocoris fuscispinus (die we in Nederland ook hebben) en een Carpocoris mediterraneus (Tamanini, 1958), met twee ondersoorten, die vooral rondom de Middellandse Zee vorkomt.
In 2007 schreef de Catalaanse entomoloog Jordi Ribes (samen met anderen) een doorwrocht artikel waarin hij op basis van onderzoek aan beide soorten aan hand van veel exemplaren uit het hele verspreidingsgebied, tot de conclusie kwam dat de kenmerken die gebruikt werden om ze uit elkaar te houden veel te variabel waren en overlap hadden etc. Zij beslisten om de beide soorten te synonymiseren. Vanaf die dag moesten we dus alle Carpocoris mediterraneus herbenoemen naar Carpocoris fuscispinus.
Een aantal Franse wantsweters was het hier niet mee eens, maar het heeft tot 2013 geduurd totdat ze een acceptabel weerwoord konden formuleren (op basis van DNA-onderzoek). Nu "bestaat"Carpocoris mediterraneus weer, maar van 2007 tot 2013 werden ze fuscispinus genoemd.
Op een vergelijkbare manier is er voor onder andere de Nederlandse Bosoorworm in 1994 door Galvagni een nieuwe soort beschreven: Chelidurella guentheri Galvagni, 1994. Tot dan werd het beestje door heel Europa Chelidurella acanthopygia (Géne, 1832) genoemd. Maar een Franse specialist heeft ondertussen alweer opgeworpen dat de nieuwe soort onzin lijkt en alles binnen de variatie van de ouderwetse Ch. acanthopygia valt. Ik geloof hem, maar de grote instituten kennen zijn publicatie niet, of willen er niet aan en blijven de soort guentheri noemen. Ik weet nu in wetenschappelijke zin niet meer goed hoe ik het beestje noemen moet. Dus ik noem het maar gewoon "Bosoorworm", dat is tenminste duidelijk (in dit geval).
Voor wat betreft jouw Oplodontha viridula : Op de Zweedse wikipedia staat in de rechter kantlijn een aardig lijstje synoniemen en oude namen voor de soort :o)
Misschien maakt dit een beetje duidelijk waarom er ook rondom wetenschappelijke namen zoveel verwarring zijn kan, omdat ze continu aan verandering onderhevig zijn. Er zijn veel meer verwarrende situaties aan te voeren, maar zo lijkt het me wel weer even genoeg ;o)
Groets, Arp
Leuk als het een keer lukt zelf een insect te benoemen!
Alweer bedankt, Jeanette!
Nog een foto.