Waterschildpad

In Spaarnwoude zat dit schildpad op een eilandje in een rietkraag lekker te zonnen.
Schijnt zich hier goed thuis te voelen en heeft al jaren nog een maatje dat even verderop zat. Meer dan deze twee zijn er nooit gesignaleerd .
Aan voortplanten doen ze kennelijk niet .
Door de zachte winters kunnen ze heel lang overleven.

Waterschildpadden zijn van nature vooral vleeseters (carnivoren). Ze worden vaak met gedroogde kreeftjes of garnalen gevoed of met vers vlees of vis. Dit is geen voeding die voldoende voedingsstoffen bevat. Ze krijgen vaak oogontstekingen ten gevolge van een vitamine A tekort. Maar ook vele andere ziekten worden door fouten in de voeding veroorzaakt.

De beste voeding zijn kattenbrokjes die over het water worden gestrooid. De hoeveelheid moet zodanig zijn dat alles meteen wordt opgegeten (anders raakt het water snel vervuild). In het algemeen zijn 2 tot 3 voedingen per week voldoende. In kattenbrokken zitten voldoende voedingsstoffen waardoor je geen supplementen of UV lampen hoeft te gebruiken. Je kunt ook volledige prooidieren voeren als vissen of reepjes vlees of vis maar dat moet dan aangevuld worden met een vitamine en mineralen preparaat.
Waterschildpadden eten ook wel eens plantaardig en dat kan geen kwaad mits ze maar voldoende kattenvoer krijgen.
Het zijn in principe geen knuffeldieren. Je hoeft ze voor het welzijn van de dieren zelf niet in de hand te houden. Als je ze wilt vasthouden, let dan wel goed op want ze kunnen erg hard bijten!