De vrouwtjes worden 5,5 tot 6 mm groot, de mannetjes worden 3 tot 3,5 mm. De soort is gemakkelijk te herkennen aan de drie zwarte strepen op het achterlijf, de middelste is een stippellijn. Soms zijn deze strepen (vooral bij spiderlings) versmolten tot één oppervlak. De rest van het achterlijf bestaat uit witte, gele en oranje plekken. Het kopborststuk is licht- tot groenachtig geel met een zwarte omranding en middenstreep. De driestreepspin bouwt haar web op lage vegetatie in weiden en bossen. De spin komt voor in het Palearctisch gebied.
Lees meer
Reacties (3)
Prachtfoto en goed verhaal !!
Deze wordt ''in het zonnetje gezet''. Mooie macro van gemaakt.
vrgr Annelies V.