De galwesp ‘boort’ met haar legboor (feitelijk de angel) een eitje in het blad. Daardoor ontstaat er een gele, groene uitstulping: dit is een gal. Aan de vorm en de kleur van de gal is af te leiden van welke soort galwesp het eitje afkomstig is. In de gallen (of: galappels) ontwikkelen de eitjes zich gestaag. Zijn de beestjes ten slotte volgroeid? Dan bijten ze zich een weg naar buiten.
Lees meer
Reacties (1)
Goed gezien tussen het lover
l.gr.Petjoe