Grote dansvlieg

Grote Dansvlieg (Empis tesselata).
Dansvliegen lijken erg veel op roofvliegen, maar ze zijn meestal wat slanker gebouwd. Verder zijn het ook rovers, die vaak met opvallend grote prooien rondzeulen. De grote soorten zijn bovendien gemakkelijk te herkennen aan hun lange steeksnuit. De familie dankt haar naam aan de gewoonte van de mannetjes om tijdens de balts te dansen in de lucht. Elk mannetje heeft dan een versgevangen prooi bij zich. Als er een wijfje komt opdagen, dan maakt zij haar keuze uit de dansende mannetjes. Het paartje trekt zich dan terug en terwijl het mannetje paart, zuigt het vrouwtje de prooi leeg. De dansvlieg linksonder werd vroeger dankzij zijn enorme zuigsnuit de gewone snipvlieg genoemd. Maar omdat er nog een andere snipvlieg bestaat, heeft men hem voor het gemak later de grote dansvlieg gedoopt.
De grote dansvlieg wordt tot 13 millimeter lang en is daarmee onze grootste dansvlieg. Er zijn nog een paar redelijk grote soorten, maar de meerderheid van de dansvliegen is vele malen kleiner. De vleugels van het mannetje zijn groter en breder dan die van het vrouwtje. Beide geslachten zijn bruinig zwart. De vleugel is bij de aanhechting gelig bruin en verder bruinig. De volwassen vliegen zien we van midden mei tot in augustus. De larven leven in de bodem, waar ze op andere insrecten(larven) jagen. Hoewel dansvliegen graag op andere insecten jagen, tref je de grote dansvlieg ook vaak nectarzuigend op bloemen aan. De grote dansvlieg is bepaald niet schuw en kan daarom gemakkelijk in het veld worden bestudeerd of gefotografeerd. Gr. Jan