Familie
tandvlinders (NOTODONTIDAE)
Kenmerken
Voorvleugellengte: 22-26 mm. Een goed herkenbare tandvlinder die in rust de vleugels over het achterlijf heen vouwt en op een afgebroken berkentakje lijkt. Dit komt door het bastachtige uiterlijk en de vaalgele ronde vlek op het borststuk en in de vleugelpunt. Er is weinig variatie.
Voorkomen
Een gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt.
Habitat
Open bossen, struwelen en tuinen, met een voorkeur voor kleine bosjes en solitaire bomen op zonnige plaatsen.
Waardplanten
Diverse loofbomen en struiken, waaronder wilg, berk, eik, linde en hazelaar.
Vliegtijd en gedrag
Eind april-begin augustus in één generatie. De vlinders kunnen overdag rustend worden waargenomen op een takje of op de grond. Ze komen op licht, meestal na middernacht.
Levenscyclus
Rups: juli-september. Na het uitkomen van de grote eilegsels blijven de rupsen aanvankelijk bijeen en foerageren ze in groepen, zowel overdag als ´s nachts; de volgroeide rupsen leven solitair en worden vaak gezien als ze over de grond kruipen op zoek naar een plaats om zich te verpoppen. De soort overwintert als pop in een holte in de grond.
Reacties (2)
tandvlinders (NOTODONTIDAE)
Kenmerken
Voorvleugellengte: 22-26 mm. Een goed herkenbare tandvlinder die in rust de vleugels over het achterlijf heen vouwt en op een afgebroken berkentakje lijkt. Dit komt door het bastachtige uiterlijk en de vaalgele ronde vlek op het borststuk en in de vleugelpunt. Er is weinig variatie.
Voorkomen
Een gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt.
Habitat
Open bossen, struwelen en tuinen, met een voorkeur voor kleine bosjes en solitaire bomen op zonnige plaatsen.
Waardplanten
Diverse loofbomen en struiken, waaronder wilg, berk, eik, linde en hazelaar.
Vliegtijd en gedrag
Eind april-begin augustus in één generatie. De vlinders kunnen overdag rustend worden waargenomen op een takje of op de grond. Ze komen op licht, meestal na middernacht.
Levenscyclus
Rups: juli-september. Na het uitkomen van de grote eilegsels blijven de rupsen aanvankelijk bijeen en foerageren ze in groepen, zowel overdag als ´s nachts; de volgroeide rupsen leven solitair en worden vaak gezien als ze over de grond kruipen op zoek naar een plaats om zich te verpoppen. De soort overwintert als pop in een holte in de grond.