De rozenkever wordt ook wel Johanneskever of tuinkevertje genoemd. Larven (engerlingen) van deze bladsprietkeversoort ontwikkelen zich in de bovenste zone van graszoden en voeden zich met de wortels. Ook kunnen larven overleven met wortels van sierplanten en kleine (fruit)bomen. Volwassen rozenkevers voeden zich met bladeren, vruchten en bloemknoppen.
Van mei tot juni verschijnen de 8-12 mm lange kevers. De dekschilden ter bescherming van de vleugels zijn roodbruin van kleur. Het halsschild en de kop hebben een groenzwarte kleur. Lange haren op de poten en soms ook op de dekschilden kenmerken deze kever.
In mei en juni komen de volwasssen kevers tevoorschijn. De mannetjes vliegen uit en vormen een zwerm boven de grond, op zoek naar vrouwtjes om mee te paren.
Mannelijke kevers leven drie weken en voeden zich met bladeren, vruchten en bloemknoppen. Vrouwtjes zijn enkel boven de grond voor de paring. In eerste instantie leggen de vrouwtjes ongeveer 75% van de 40 eitjes. Dan vliegen ook de vrouwtjes uit om de overige eitjes te leggen, wat de verspreiding van de soort bepaalt.
Bronnen: Koppert / Kad
Lees meer
Reacties (4)
Ik zie ze ook weer in mijn tuin. Heel mooi.
Wat leuk zo in de vlucht, knap gedaan.
gr. Hanneke
Fantastische actie foto Annemieke,
l.gr.petjoe