Eind mei vliegt de ca. 5 mm grote rozenmosgalwesp (Diplolepis rosae) al. Ze legt haar eitjes in de nog gesloten zijknoppen van de scheuten van vorig jaar. Dat spoort de rozenstruik aan de knoppen overmatig te laten groeien, maar heeft geen gevolgen voor de groei van de scheuten. Alleen visueel is er een negatief effect te zien. In de zomer verschijnen vervolgens op de rozentakken ca. 5 tot 10 cm grote ronde, vertakte, mosachtige gallen met ragebolachtige uitgroeisels. De gallen zijn groenachtig van kleur en worden uiteindelijk geelrood. Deze gallen worden ook mosgallen, rozenmosgallen, rozengallen, bedeguaargallen of slaapappelgallen genoemd. De zich ontwikkelende larven vreten het hele jaar door in deze gallen. Binnenin bevinden zich kamers, waarin zich ca. 60 witte larven voeden. In de herfst drogen de gallen uit, maar blijven aan de rozenstruik hangen. De gallen blijven 2 tot 3 jaar in de rozenstruik. Met name wilde rozen worden hierdoor aangetast.
Lees meer
Reacties (1)
Heel mooi op de foto gezet
vrgr Annelies V.