De vlindermannetjes van de wintervlinder vliegen ‘s avonds en ‘s nachts in november en december. De vrouwtjes leggen hun eitjes in kleine groepjes, vooral op de bladknoppen in de toppen van de bomen. Een vrouwtje legt wel 100 tot 150 eitjes die overwinteren. De jonge speldenknopgrote rupsjes komen het volgend jaar in april uit de eitjes. De rups is een spanrups (verplaatst zich al lussen makend). Aanvankelijk eten de rupsen gaten in de aan elkaar gesponnen bladeren. Bij grote aantallen rupsen kunnen de bomen volledig kaalgevreten worden. Als een rups gestoord wordt, laat hij zich van het blad vallen en blijft aan een zijden draad hangen, tot het gevaar geweken is. In principe kunnen eiken en andere loofbomen goed tegen kaalvraat. Omdat de vraat vroeg in het jaar plaatsvindt, lopen de bomen hetzelfde jaar nog uit en kunnen dan weer energie bijspijkeren. Alleen wanneer eiken jaren achtereen worden kaalgevreten, kunnen ze verzwakken en gevoelig worden voor aantastingen van bijvoorbeeld de eikenprachtkever. Periodiek vreten de vlinderrupsen laanbomen en eikenbossen op grote schaal kaal, maar het is zeker geen jaarlijks terugkerend gebeuren. Hoewel er ieder jaar wel rupsen zijn en dus vraat is, komen echte ‘plagen’ maar af en toe voor. Als u dus kaalgevreten eiken ziet: niet wanhopen, maar over een week of vier weer even kijken.;-)
Tekst: Kars Veling.
Lees meer
Reacties (7)
Mooie rups.
gr. Hanneke
L.gr.van ons.
Mooie opname en interessante toelichting.
Hier ook veel aanwezig, maar kaalvreten, nog niet gezien, goede opname. Gr. Jan
mooi
Gaat prachtig op in zijn omgeving, mooi !!
Zie ze hier ook regelmatig.