Dat ze constant op verschillende plekken opduiken, komt omdat ze zich hebben uitgezaaid. Met het gevolg dat er overal kiemplantjes opkomen. Die, omdat het merendeel niet soortecht is, vaak een andere kleur hebben dan hun ouders. Behalve eigenzinnig is de akelei vooral sierlijk. De stengel is zo dun, dat de bloem gezellig heen en weer wiebelt. Om de stampers en meeldraden tegen heftige voorjaarsbuien te beschermen, ’kijken’ de bloemen naar beneden. Aan de achterkant hebben ze gebogen sporen, waardoor de bloemen nog bevalliger lijken dan ze al zijn. Hommels bekijken dat overigens iets zakelijker, want die weten dat de sporen vol zitten met nectar. Met hun voorpoten houden ze zich aan de rand van zo’n spoor vast, steken hun kop er in, halen er met hun lange tong de nectar uit en hebben er geen idee van dat hun achterlijf ondertussen bedekt raakt met stuifmeel. Landen ze daarna op een andere akelei, dan blijft een deel van dat stuifmeel aan de stampers kleven en voilà, de bloem is bestoven en de klus geklaard. Omdat bijen en hommelsoorten met een korte tong niet bij de nectar kunnen, hebben ze daar iets op bedacht: ze bijten gewoon een gat in de bovenkant van de spoor, zuigen de nectar eruit en vliegen stuifmeelloos verder.
Lees meer
Blijf op de hoogte
Houd mij per mail op de hoogte van nieuwe reacties op deze foto.
InloggenLog in om te reageren
InloggenNog geen account? Registreer je nu
Upload en deel je foto's
Foto uploaden