In Nederland komt de beukengalmug algemeen voor op beuken in lanen en langs bosranden. Hij veroorzaakt tot 12 mm hoge, naar boven puntig uitlopende, gladde gallen aan de bovenkant van beukenbladeren. De eerst groene gal kleurt zich gedurende de ontwikkeling van de larve meestal van geel tot diep rood. Kort voor de bladval laat de gal los van het blad en valt op de grond en de larve of pop overwintert in de gal op de grond. Aan het voormalige contactpunt met het blad blijft een dun, wit vliesje over dat de opening van de galkamer afsluit. Nog in de herfst of in het volgend voorjaar verpopt de larve. De galmug komt ongeveer aan het einde van maart of begin april naar buiten. De 4-5 mm lange, zwartgekleurde galmug behoort tot een van de grootste, inheemse soorten. Bij het uitkomen stoot de galmug het afsluitende vliesje kapot en kruipt naar buiten. De rode, 0,3 mm grote eieren worden vaak in de nog niet uitgelopen beukenknoppen gelegd. De eieren worden solitair of in groepjes gelegd. De uit de eieren gekropen, jonge larven beginnen direct rond de nerven van de jonge, ontluikende bladeren te zuigen. Als reactie op het zuigen vormt het beukenblad in de loop van het voorjaar en in de zomer de goed herkenbare beukengal waarin de larve zich verder zal ontwikkelen.
Lees meer
Reacties (9)
Wonderlijke wereld van Moeder Natuur
TOP!! . - . groet
L.gr.
ja leuk zijn die, als je erop gaat letten zie je steeds meer gallen
Mooie opname en goede info. Wat is de natuur toch verrassend.
De natuur met al zijn verrassingen, heel mooi Helga !!
Goed uitgelegd en wat heeft deze gal een fraai puntje !!
Mooie foto van deze leuke gal.
goede info, wat is alles toch bijzonder geregeld!!
gr. Hanneke
Vrgr Annelies V.
Goed beeld en info. Gr. Jan