Stengels Een in of over de grond kruipende stam. Jonge takken zijn behaard, maar worden later kaal. Ze zijn geel tot bruin van kleur en kruipen voor een deel, een ander deel is boogvormig opstijgend. Bladeren De bladeren zijn zeer variabel. Ze zijn 0,5-5 cm lang, hebben een gave of onduidelijk getande rand, zijn omgekeerd eirond tot langwerpig en de top is teruggekromd. Eerst zijn ze aan beide kanten dicht zilverachtig behaard, later worden ze gedeeltelijk of helemaal kaal. De bovenkant is dan min of meer glanzend en vaak zilverachtig. Er zijn geen steunblaadjes. Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De zittende, 1-2½ cm lange katjes verschijnen tegelijk met de bladeren of iets eerder. De schutbladen worden naar de top donker roodbruin tot zwartachtig. Elke bloem heeft één honingklier. Het vruchtbeginsel is gesteeld en zijdeachtig-viltig behaard tot kaal. Vruchten Een doosvrucht. De zaden zijn zeer
kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
(Floron verspreidimgsatlas )
Lees meer
Reacties (6)
Fijne serie Helga met prima verhaal. Leuk (ook) weer foto's van je te zien.
lgr Irma
Mooi!
gr. Hanneke
Mooie serie! Dit is mijn favoriet.
vrgr Annelies V.
Prachtige foto !!
Mooie serie !!!