Stekelig

Stekelnachtschade staat op open, zonnige, warme en stikstofrijke bodems die uit allerlei grondsoorten kan bestaan maar ze prefereert basisch leem en klei. Ze groeit in open, verstoord terreinen, langs wegen en op overbegraasde weidegrond. De eenjarige plant stamt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar is tegenwoordig over grote delen van het Noordelijk Halfrond verspreid. In Nederland is het een zeer zeldzame adventief, aangevoerd als verontreiniging in graan, voer en wol. De soort is niet alleen herkenbaar aan de sterharen, de ongelijke, strokleurige en rechte stekels op stengels, bladeren en kelken, maar vooral aan de 5e meeldraad die veel langer, breder en gekromd is in tegenstelling tot de andere 4, rechte meeldraden. De soort is giftig door de aanwezige alkaloïden, beconcurreert andere gewassen, leidt tot overlast door de scherpe stekels en kan via Coloradokevers ziekten overbrengen op andere Solanaceae. De zwarte, onregelmatige niervormige en afgeplatte zaden behouden hun kiemkracht tot tien jaar.