Winterakoniet, vrolijk ogende voorjaarsbode!

Wanneer ik deze week –de binnen tuin van het kasteelpark even binnen loop- hoor ik gelijk de eerste vroege vogelzang van de koolmees, boomklever en het geroffel van de grote bonte specht. Door de bomen -met hun blad loze takken- heen valt veel zonlicht op het kleurrijke bloementapijt. Zie talrijke blauwe krokussen, sneeuwklokjes en winterakonieten. Deze knolgewassen zijn door de jaren heen uitgegroeid tot grote natuurlijke omvangrijke contour loze bloemperken. Ze worden ook “stinsenplanten” genoemd, ze geven de zojuist gestarte lente een extra ‘Boest’.
Winterakonieten zijn geen wilde planten. Maar in de half wilde milieus van buitenplaatsen – zoals kasteeltuinen- borgen en stinsen kunnen ze zich uitstekend staande houden. Winterakonieten zelf planten in je tuin? Dat kan! Bedenk vooraf, een groeiplaats –b.v. in een border- waar de winterakoniet jaren achtereen kan uitgroeien. Koop in de herfst –in droge toestand- de knolletjes. Maak een ‘plantbedje’ groei klaar, en strooi de knolletjes kris kras verdeeld uit over het oppervlak. Zet de ‘kurk’ droge bolletjes de dag ervoor even in het water om te ‘weken’. Je hoeft niet te kijken wat de boven of onderkant is. Hark ze onder de pootgrond, en wacht tot het (volgend) voorjaar af! Dan nog, kan de opkomst het jaar daarop niet echt geweldig zijn. Pas dan na enkele jaren zullen de winterakonieten zich ook door zaad flink gaan uitbreiden. Planten kan ook in bloembakken of –potten. De saffraan gele bloemen doet denken aan de dotterbloem. Succes toe gewenst, met het planten van deze vrolijke ogende voorjaarsbode!