Lepelaar, regelmatige bezoekers in het (Trek)telgebied.

In de schemer rij ik op de fiets de woonwijk uit. Op weg naar de vogeltrek telpost, even verderop. Het is Euro Birdwatch 2015. Rechts de huizen waar alles nog in diepe rust is. Links van me de weilanden met daarboven ‘hangende’ mistsluiers. De eerste vogel die ik hoor is een fluitende Merel. Die sound doet me gelijk denken aan de Lente, terwijl het nu toch Herfst is. De vogeltrek is in volle gang voorbije dagen al op www.trektellen.org gekeken. Overal zijn op verschillende trekposten al vogels gezien, geteld en aantallen ingevoerd op deze site. Zo krijg je vooraf inzicht -in het verloop tot nog toe- van de vogeltrek. Maar, hoe zal de ‘trekronde’ vandaag verlopen? Even later arriveer ik bij de telpost. Zie dat mijn medetellers net bezig zijn met de campingstoeltjes, om ze uit te klappen. Boven me vliegen de eerste vroege vogels over túp, túp, acht vink. De eerste ‘turfjes’ staan al op de tellijst.
Na een uur turen in de lucht en ‘vinken’ komt de eerste conclusie, ze trekken niet echt goed door. Vier, Grote zillers en één Kol, Noord. Dan komen er uit het niets NW vier éenden’ in formatie aanvliegen. De eerste indruk wilde eend. Dan volgt de suggestie van Slobeend, op het verkeerde been gezet door de onopvallende smalle witte streep op de bovenvleugel. Ondertussen vliegen de vogels een rondje over de plas. Het licht bruine vliegbeeld silhouet - nu met de zon erop- is het echt duidelijk, het zijn Pijlstaarten, vier vrouwtjes.! Minuten later een groepje van zeven Boerenzwaluwen doortrekkend -tussendoor het vliegen nog snel even water drinkend uit het ven- de eersten van vandaag.
Tegen de middag wordt een trio witte vogels ontdekt aan de skyline. Langzaam vliegend –als aan een draadje- komen ze naderbij. Boven het ven wordt de landing ingezet. Nog een rondje -de pootjes zwart- uit. Sierlijk landen ze op een bijna droog slikje. Gelijk lopen ze het diepere water in, en slaan ze hun snavels heen en weer door het water. Drie jonge (juveniele) Lepelaars, te herkennen aan hun beige kleurige snavels. Deze ‘stellopers’ tellen niet mee in de kolom trekvogels, maar ze worden genoteerd bij de vogelsoorten ‘ter plaatse’. Maak er nog even een ‘plaatje’ van dit moment -een niet aller daags beeld- om vast te leggen. Wellicht vertrekken deze jonge vogels later –nadat ze hier nog enige dagen bezig zijn met het ‘opvetten’- in dit trekseizoen, nog naar de zuidelijke oorden. [Dit jaar -wellicht mede door de ligging van het terrein- lineair gezien, trek vliegroute vice versa -Noord (Waddengebied, b.v. Schiermonnikoog) naar Zuid (b.v. Camargue)- hebben vele Lepelaars dit natuurcompensatiegebied de afgelopen periode bijna dagelijks bezocht. De eerste Lepelaar bezoeken zijn vanaf mei tot heden oktober -in het kerngebied- rondom de plas geregistreerd. In de maand augustus zijn bijna dagelijks tientallen Lepelaars -adult en juveniel- gezien en geteld met uitschieters van ruim over de veertig vogels per dag. Voorgaande jaren is tijdens de trekperiode het kerngebied enkele keren door een tiental Lepelaars (foerageren) bezocht. Ook is een paar jaar geleden (2009) een geringde Lepelaar gezien en de code afgelezen. Uit de life-line bleek dat deze vrouwelijke Eurasian Spoonbill al enkele jaren de vliegroute van Schiermonnikoog, Oosterkwelder naar zijn overwinteringsgebied de Camargue had ondernomen. Mijn vraag is nu; (wie kan me dat vertellen?) hoe het nu met deze Lepelaar (fond vlieger) is en hoeveel kilometer heeft deze vogel nu op zijn ‘teller’ zitten? ]
Meer lezen over deze vogel zie: Lepelaar, afstand overbruggen. https://vroegevogels.bnnvara.nl/Foto.462.0.html?&tx_varavvgallery_pi1%5Buid%5D=125130&cHash=b6dada09e40672a5c87a43adf112aab9