Rietzanger, zangers vanuit de rietkraag en moeras.

Mondjesmaat komen ze nu binnen druppelen, in de tweede week van april. Na een lange vlucht vanuit Afrika. Rietzangers, zijn trekvogels en overwinteren vooral in de Sahelzone bezuiden de Sahara. Deze zomervogel is in Nederland te vinden in het westelijke deel en niet zozeer in de gebieden op de hogere zandgronden. De Rietzanger heeft een voorkeur voor een (riet)moeras, dat enigszins aan het verbossen is. Ze houden zich het liefst op in de brede goudkleurige –golfende- wuivende rietkragen. Wanneer de vogel zingt klimt de vogel langzaam naar boven -de rietkraag uit- om zijn lied ver te laten klinken. Hij is één van de vele zangers die in het rietland zitten. Naast deze groep zangers zijn ook de Kleine karekiet de zeldzamere Grote karekiet en Snor actief.
Er broeden ca. vijftien soorten zangers. Ze zijn in drie categorieën in te delen: rietzangers, grasmussen en loofzangers. In het houterige moerasgedeelte zit bijvoorbeeld de; Bosrietzanger, Cetti’s zanger, Sprinkhaanzanger maar ook de Blauwborst. Daarnaast zijn ook de Braamsluiper en Zwartkop en zelfs de Geel- en Rietgors te beluisteren.
De algemeenste loofzangers van de gemengde bossen -die al even terug zijn van de lange reis- en die je overal kunt horen fluiten zijn de tjiftjaf en de fitis. Maar hoe noem je nu een ‘mengzanger’ de zangvogel die beide liedjes zingt van zowel een fitis en tjifjaf? Is dat een Fi-tjaf of Tjif-tis? Wie het weet mag het zeggen!