De zak(jes)dragers of zakrupsvlinders (Psychidae) zijn een familie van vlinders. De familie is vrij klein, met ongeveer 600 tot 800 beschreven soorten. Hiervan komen er ongeveer 350 in Australië voor, terwijl Midden-Europa slechts een dertigtal soorten kent.
De larven van de Psychidae bouwen kastjes of coconnetjes van zijde/spinseldraden en materialen uit de omgeving als zand, aarde, korstmossen of plantaardig materiaal. Deze coconnetjes worden bevestigd aan rotsen, bomen of hekwerk tijdens de verpopping, maar zijn in de rupsfase mobiel.
Zakjesdragers worden over de gehele wereld aangetroffen, waarbij enkele soorten zoals de Thyridopteryx ephemeraeformis in recente tijden naar nieuwe continenten geëmigreerd zijn.
In het larvenstadium steken de zakjesdragers hun hoofd en borststuk uit hun mobiele woning om de bladeren van hun waardplant te eten. Dit leidt vaak tot de dood van deze voedselplant. Bomen die met zakjesdragers besmet zijn, lijden toenemende schade aan hun gebladerte totdat ze uiteindelijk vrijwel kaal gegeten zijn. Sommige zakjesdragers zijn gespecialiseerd in een specifieke waardplant, andere eten verschillende bladeren. Sommige soorten eten ook kleine geleedpotigen zoals de Pseudaonidia duplex.
Omdat hun kastjes gemaakt zijn van zijde en materiaal uit de omgeving, hebben ze een schutkleur die een natuurlijke bescherming tegen hun vijanden biedt. Deze vijanden zijn o.a. vogels en andere insecten. Vogels eten vaak de dode lichamen van de vrouwtjes, vol met eitjes. Omdat de eitjes hard zijn, passeren ze onbeschadigd de spijsvertering van de vogel, die zo de verspreiding van de soort over grote afstanden verzorgt.
Een zakjesdrager bouwt zijn kastje zodra hij uit het ei komt. Alleen de mannetjes verlaten het kastje ooit, namelijk om te vliegen en te paren. Het kastje wordt bij de groei van de larve aan de voorzijde uitgebreid. De ontlasting vindt aan de achterzijde plaats. Ook afgestroopte vervellingshuidjes verlaten hier het coconnetje. Wanneer de larve verzadigd is met voedsel, sluit hij de cocon af en gaat verpoppen. Het volwassen vrouwtje komt voor de paring het kastje uit of blijft in het kastje terwijl het mannetje zijn achterlijf voor de paring in het kastje steekt.
Vrouwtjes leggen de eieren in hun cocon. De vrouwelijke Amerikaanse Thyridopteryx ephemeraeformis sterft zonder de eitjes te leggen, de eitjes komen uit in het dode lichaam. Enkele soorten kennen ongeslachtelijke voortplanting waarbij de eitjes bevrucht worden zonder mannelijke tussenkomst.
Sommige soorten worden als insectenplaag beschouwd vanwege de schade aan bomen zoals de Acacia baileyana in Zuid-Afrika en de sinaasappelboom in Florida. Bij vroege ontdekking kan het handmatig verwijderen van de kastjes een oplossing zijn. Wanneer dat te veel werk oplevert, worden insecticiden gebruikt.
Lees meer
Reacties (9)
gr joanne
Hg
Frieda
Het bewuste bericht is weg, in ieder geval niet meer waar ik het las,
Vroege Vogels: Nieuwste foto\'s van daksaya
Hgr. Riekev.
Graag een antwoord bij een van mijn foto\'s want dat vind ik erg naar! Riekev.
Bedankt voor je reactie op mijn laatste koningspage.