In tegenstelling tot de artisjok worden de bloemknoppen van de kardoen niet zo vaak gegeten maar gaat het om de bladstengels en de bladribben. Deze moeten wel gebleekt zijn en dus gedurende enige tijd afgeschermd worden van zonlicht. Hiervoor begraaft men de planten (zoals ook bij bijvoorbeeld asperges gebeurt) of omwikkelt men de stengels met zwart folie.
Kardoen is in verschillende landen inmiddels verwilderd zoals in de pampa’s van Argentinië, de woestijngebieden van Californië en de droge gebieden van Australië. De plant wordt ruim 1,5 meter hoog en lijkt op een grote distel. Op de enorme bloemen (eigenlijk bloeiwijzen) komen veel nectarverzamelende insecten af. De kardoen (het iets kleinere neefje van de artisjok) komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. Daar werd de plant door de Grieken en Romeinen al vanaf de 4de eeuw voor Christus gegeten.
Lees meer
Reacties (4)
Loop een beetje achter zie ik. Mooie opname Helga.
L.gr.
Wow, prachtig
Staat er goed op. Gr. Jan