De hoed bereikt een diameter van 6 tot 25, soms 30 centimeter. Uitzonderingen kunnen echter aanzienlijk hoger zijn. Hij is dik van vlees, halfbolvormig als hij jong is, later kussenvormig, convex tot afgeplat. De hoed heeft een witachtige kleur als hij jong is, en een hazelnoot- of kastanjebruine kleur als de vruchtlichamen ouder zijn, met altijd een geelachtige of witte rand; zelden is de bovenkant roodbruin of donkerbruin gekleurd. Zeer jonge exemplaren die in het donker zijn gegroeid, zijn licht van kleur. Bij gebrek aan licht kan de hoed wit blijven. Hij is in vochtige toestand wat plakkerig. Zelfs als het jong is, is het oppervlak glad en niet viltig, maar soms heeft het een beetje glazuur en is het een beetje slijmerig als het nat is en naarmate het ouder wordt.
Buisjes
Aan de onderzijde is een sponzig aandoend stelsel van fijne buisjes zichtbaar dat eerst wit en later geel is. Wikipedia.
Lees meer
Reacties (3)
Duidelijke eetsporen. Goed gezien en op de foto gezet
vrgr Annelies V.
Ja, dat brood staat er niet voor niets!
mooie foto!
groet Hanneke