Moederkoren is geen zaadje maar een schimmel. Deze schimmel groeit mee in de aren van de granen van het koren. Als moederkoren volgroeid is, valt het op de grond, waar het overwintert. In de lente worden de sporen van de schimmel gevormd. De wind verspreidt de sporen en deze gaan zich nestelen op de stempels van de bloemen van het nieuwe opgroeiende graan, waar het meegroeit met de korenaren van met name rogge en tarwe. Het kan zich ook vestigen op grassen (pijpenstrootje).
Moederkoren is extreem giftig. De aangetaste graankorrels werden vroeger vaak ongemerkt verwerkt tot brood, wat leidde tot sterfte onder met name de arme bevolking, die voor hun dagelijkse levensonderhoud aangewezen was op roggebrood. Het bakproces zwakte de kracht van het gif enigszins af, maar niet voldoende om sterfte onder de bevolking te voorkomen.
De vergiftiging door moederkoren wordt het Heilige Vuur, Sint Antoniusvuur of kriebelziekte genoemd.
Bron: Zuiderzeehoorn.nl
Lees meer
Reacties (2)
Heel apart, leuk om dit te weten Annemieke,
Gr.Anna.