Wat zijn ze groot!!!

De grote parasolzwam (Macrolepiota procera) is de paddenstoel met de grootste hoed. De doorsnede van de hoed ligt regulier tussen de 15 en 25 cm, echter hoeden tot 35 cm zijn geen uitzondering. De grote parasolzwam komt rond Amsterdam minder voor, echter in de duinen en rond Hilversum (en verder richting de Veluwe) wordt hij vrij vaak aangetroffen. Daarnaast is het een paddenstoel die jaren achter elkaar op dezelfde plaatsen voorkomt. Als je hem dus een keer hebt gevonden dan vind je hem vaker. De grote parasolzwam komt veel voor in bermen en onbemeste wilde graslanden. Ze staan zelden alleen, vaak staan ze met 10 tot 20 stuks bij elkaar. De jonge exemplaren hebben een bijzondere vorm, ze lijken op trommelstokken. Grote parasolzwam groeit van juni tot november. De paddenstoelen zijn erg herkenbaar vanwege hun grootte en standplaats. Een ander typisch kenmerk is de losse ring rond de steel en een zigzag streep op de steel. In beboste gebieden wordt ook de knolparasolzwam aangetroffen. Deze is eveneens eetbaar echter hij wordt in veel paddenstoelenboeken als minder smakelijk aangeduid en sommige mensen verdragen hem minder goed. Bij kleine parasolzwammen moet men alert blijven op giftige exemplaren. Pluk nooit parasolzwammen waarvan de hoed in volgroeide toestand, kleiner zijn dan 10 cm. De geur van grote parasolzwam is licht nootachtig in droge vorm. Verse grote parasolzwam smaakt naar hazelnoten.